Vijf redenen waarom je geen stage moet lopen in een weeshuis
1. Kinderen horen niet in een weeshuis, maar in een gezin
80% van de acht miljoen kinderen in weeshuizen wereldwijd heeft op zijn minst één levende ouder. Zij belanden vaak in een weeshuis door armoede. Ouders uit arme gebieden moeten ondersteuning krijgen, zodat ze zélf voor hun kinderen kunnen zorgen. Onderdak bij familie of in een pleeggezin is een veel betere plek dan een weeshuis. Opgroeien in een weeshuis heeft vaak een negatief effect op de gezondheid, ontwikkeling en kansen voor de toekomst van een kind. Dit komt vooral door het gebrek aan individuele aandacht. Onderzoek laat zien dat kinderen zich beter ontwikkelen in een gezinsomgeving en dat langdurig verblijf in een weeshuis schadelijk is voor de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling.
2. Je draagt bij aan hechtingsproblemen
Kinderen hebben een stabiele en voorspelbare relatie nodig met hun opvoeders. Hechting is een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van kinderen. Als je als stagiair komt en gaat verstoor je deze ontwikkeling. Er is geen continuïteit dus is de kans groot dat kinderen last krijgen van hechtingsproblemen. Een hechtingsstoornis is een ernstig psychiatrisch ziektebeeld. Alleen met zeer intensieve en langdurige behandeling is het mogelijk deze kinderen opnieuw in zichzelf, anderen en de wereld te laten vertrouwen. Het is zelfs wetenschappelijk aangetoond dat een verstoorde hechting een negatief effect heeft op de hersenontwikkeling van heel jonge kinderen. Kortom, zij hebben een thuis nodig, met vaste vertrouwde verzorgers.
3. Weeshuizen zijn big business
80% van de kinderen in een weeshuis zijn geen wees. Ze hebben nog één of beide ouders en of andere familieleden. Maar een vol weeshuis betekent een volle kassa. Immers hoe voller een weeshuis, hoe meer donaties en cadeaus van vrijwilligers, stagiairs of andere bezoekers. Om de weeshuizen vol te houden worden kinderen onder valse voorwendselen weggehaald bij hun families. Soms kan er zelfs sprake zijn van kinderhandel. Als vrijwilliger of stagiair houdt je deze praktijken dus in stand, hoe goed je bedoelingen ook zijn.
4. Weeshuizen dragen bij aan het uit elkaar vallen van gezinnen
Vrijwilligerswerk in ontwikkelingslanden is ontzettend populair, ze willen graag ‘’iets goeds’’ doen. Vrijwilligers en stagiairs brengen geld mee en cadeaus. Ook na hun vertrek blijven zij geld sturen. Hoe meer geld er naar ‘’weeshuizen’’ gaat, hoe aanlokkelijker ze worden voor gezinnen die in armoede leven. Deze gezinnen denken ten onrechte dat hun kinderen in een kinderhuis een betere toekomst hebben dan thuis. Jouw werk daar als vrijwilliger of stagiair draagt bij aan de scheiding van kinderen met hun families.
5. Toegang tot kwetsbare kinderen wordt normaal
Door het openstellen van een weeshuis voor stagiairs en vrijwilligers, zijn kwetsbare kinderen óók toegankelijk voor mensen met verkeerde intenties. Er zijn verschillende zaken bekend van misbruik en mishandeling door vrijwilligers in een weeshuis of door mensen die de weeshuizen runnen.