Sanne: “Achteraf ben ik niet trots op mijn werk als vrijwilliger”


Sanne Heijnis is 29 en werkzaam als dramadocent op lagere en middelbare scholen. Op haar eenentwintigste, na haar opleiding SPH (sociaal pedagogische hulpverlening), stond ze te popelen om de wijde wereld in te trekken. Te beginnen met vrijwilligerswerk in een ontwikkelingsland. Achteraf kijkt ze daar met weinig trots op terug.

‘Vanuit mijn opleiding liep ik stage in de psychiatrie en werkte ik met kinderen in de leeftijd negen tot vijftien. Kinderen met gedrags- en hechtingsproblematiek. Na mijn opleiding wilde ik graag een lange reis maken, bijvoorbeeld in Nepal. Ik dacht met vrijwilligerswerk in een weeshuis een goede basis te vormen om de rest van het land beter te leren kennen. Bovendien heeft werken met kinderen mijn interesse. Een prima combinatie dus.

Via een kennis kwam ik terecht in een weeshuis dat was opgericht door een Nederlandse vrouw. Een weeshuis is eigenlijk niet het juiste woord, het was meer een kindertehuis. Van bijna alle kinderen waren de ouders nog in leven. Het waren vooral straatkinderen die de vrouw hulp bood. Dat deed ze overigens pas nadat ze de ouders had getraceerd en toestemming had gevraagd.

Hoe goed de eigenaresse het ook aanpakte, ik had er een heel dubbel gevoel over. Het was overduidelijk dat de kinderen psychische problemen hadden. Niet zo gek als je bedenkt dat ze allemaal op straat leefden. Maar ik kom uit de psychiatrie en weet hoe hechtingsverstoordheid eruit ziet. Zo dus. Vooral bij de kleintjes viel het op. Zij doken direct op me, knuffelden me en wilden handkusjes geven. Ik probeerde een gezonde afstand te creëren zonder onaardig over te komen. Dat is best een uitdaging.

Natuurlijk is het als jonge vrijwilliger mooi om een reis te maken en leerzaam als je dat combineert met vrijwilligerswerk. Je leert hoe zwaar het leven van een weeskind is wat uiteindelijk een positief effect kan hebben op dat van jou. Maar dat is vooral vanuit jezelf gedacht, want wat heeft het kind eraan? Jouw behoefte aan zelfreflectie weegt niet op tegen de schade die je toebrengt aan kinderen. Maar ik vind het ook een taak van de weeshuizen zelf om hierop te letten en vrijwilligers te corrigeren als ze te dicht bij kinderen komen.

Ik heb geluk het gehad terecht te komen op een goede plek met alleen maar Nepalese werknemers. En een Nederlandse eigenaresse met verstand van zaken. Er werd op een goede en bewuste manier met kinderen omgegaan. Toch zeg ik de laatste tijd met minder trots dat ik vrijwilligerswerk heb gedaan. Vooral dus omdat ik heb gezien dat bezoek van vrijwilligers nooit in het belang van kinderen is.

Lees alle interviews


Foto credit: UNICEF/Marco de Swart