‘Het klinkt leuk zo’n stage, maar je brengt meer kwaad dan goed.’
Maarten is 21 jaar als hij voor zijn studie Social Work afreist naar Zuid-Afrika. Zijn stage duurt vier maanden. Ook doet hij onderzoek naar de samenwerking tussen internationale vrijwilligers en de lokale kinderbegeleiders. Conclusie: samenwerking verloopt slecht en wij als vrijwilligers of studenten maken het leven van de kinderen er niet beter op.
‘Ik kwam vlakbij Kaapstad terecht in een kindertehuis met uit huis geplaatste kinderen. De bedoeling is dat zij na verloop van tijd worden opgevangen in pleeggezinnen of weer teruggaan naar hun eigen huis. De realiteit is dat de meesten er jaren wonen. Sommigen zelfs tot hun achttiende. Het zijn beschadigde kinderen, vindt daar maar eens een gezin voor, dat kan omgaan met deze problematiek.
Omdat hechtingsproblematiek bij deze kinderen mij niet vreemd is, was ik erop tegen hen therapie te geven. Maar het werd toch van me verlangd, dus deed ik het op mijn eigen aangepaste manier. Ik heb ervoor gekozen een soort maatje te zijn. Het dagelijks leven van een kind iets op te vrolijken. Om nu als volslagen vreemde in het leven van zo’n kind te wroeten, om vervolgens na vier maanden te vertrekken, vind ik totaal onverantwoord. Als ik het wel op hun manier had gedaan, had ik er een enorm schuldgevoel aan over gehouden. Je laat namelijk iemand midden in een proces achter, dat kan toch niet?
Mijn onderzoek ging over het effect van de samenwerking tussen internationale vrijwilligers en de lokale kinderbegeleiders. De conclusie: de cultuurverschillen zijn te groot, de vrijwilligers te jong en onervaren en er is een enorme taalbarrière. Kortom, een bijna onoverbrugbare kloof tussen de twee. Ons doel was om de samenwerking te verbeteren. Hiervoor hebben we onder andere een profiel gemaakt van de ideale vrijwilliger. Deze mag uit Europa komen. Is het liefst iets ouder, rond de 23. Heeft ervaring met het werken met kinderen en heeft reiservaring. Verder is het voor de samenwerking belangrijk dat er voldoende coaching is en een duidelijke taakomschrijving vanuit de instelling.
Maar hoe duidelijk je taakomschrijving ook is, het blijft moeilijk kinderen met hechtingsproblematiek op gepaste afstand te houden. Mijn advies is dan ook: ga niet! Je beschadigt de kinderen en dat is een kwalijke zaak. Stage in het buitenland, het klinkt fantastisch, maar je moet je echt afvragen: wat kom ik brengen en wat kom ik halen? Als je er meer komt halen dan brengen, dan moet je niet gaan. Protocollen op mijn school worden inmiddels aangescherpt. Ze stellen zich steeds vaker de vraag: verrichten we daar goed werk? Antwoord is vaak nee.’